Mogelijke behandelingen van aandrangincontinentie
Bij aandrangincontinentie trekt de blaaswand onwillekeurig samen en lekt deze. Daardoor ontstaat er een plotseling opkomende en niet te onderdrukken drang om te plassen. Hier verliest men urine zonder dat er sprake is van een inspanning. Aandrangincontinentie komt voor bij mannen en vrouwen. Gelukkig kan je je laten behandelen.
Mogelijke behandelingen
- Blaastraining
- Injectie met een spierontspannend middel
- Medicatie
- Levensstijl aanpassen
De eerste stap: blaastraining
De eerste stap in de behandeling van aandrangincontinentie is een blaastraining. Je kunt, met enkele hulpmiddelen, ervoor zorgen dat je minder vaak naar het toilet moet gaan, en jouw blaas de urine langer kan vasthouden. Daardoor zal je minder of zelfs geen last meer ondervinden van de aandrangincontinentie. Je kunt je blaas trainen door je toiletbezoeken te verminderen, en langer te wachten voor je naar het toilet gaat.
Tips bij de blaastraining
- Noteer gedurende een dag op welke tijden je plast.
- Bereken hoeveel tijd er tussen 2 van uw plasmomenten zit. (Bijvoorbeeld 30 minuten).
- Maak nu een plan of rooster met de tijden waarop je mag plassen.
- Als je in de tussentijd aandrang voelt, moet je proberen het plassen uit te stellen. Dat kan door afleiding te zoeken, te ontspannen of je bekkenbodemspieren licht aan te spannen.
Hulpmiddelen
Indien de blaastraining niet voldoende helpt, bestaan er nog enkele hulpmiddelen om de aandrangincontinentie te verhelpen.